Eén van de pijlers die de VUB – ook in de toekomst – uniek en onmisbaar maken, is de reciproke interactie met onze metropolitaanse hoofdstad. Brussel biedt concrete kansen om leer- en onderzoeksstrategieën op te zetten waarin globale en lokale dynamieken samenvloeien. Het surrealisme van onze hoofdstad – paradox van pracht en probleem – vormt een uitgelezen uitvalsbasis om studenten te voorzien van die competenties, nodig om actief, bewust en op verantwoorde wijze bij te dragen aan de complexe en snel evoluerende 21ste-eeuwse samenleving. De VUB-opleidingen streven ernaar de Brusselse context binnen te brengen in hun onderwijs en studenten in de gelegenheid te stellen om een concreet maatschappelijk engagement aan te gaan binnen het kader van hun academische opleiding.

De term ‘maatschappijbetrokken onderwijs en onderzoek’ (MBO) – in het Engels ‘community engaged research and learning’ (CERL) – wordt als koepelterm gebruikt voor onderwijs/leerstrategieën waarbij maatschappelijke partnerschappen, levensechte contexten en vraagstukken, actieve en collaboratieve werkvormen worden ingezet als bouwstenen voor krachtige leeromgevingen, maatschappelijk responsieve curricula en transdisciplinaire leerprocessen, waarbij academische en niet-academische actoren worden samengebracht om bij te dragen aan individuele en collectieve vooruitgang.

In de praktijk kan MBO diverse vormen aannemen gaande van veldwerk, participatief onderzoek, naar ontwerpateliers. Centraal staat een concrete ervaring of praktijkcomponent.  Studenten nemen een taak op binnen een organisatie of gemeenschap, waarbij ze hun wetenschappelijke kennis en competenties inzetten om tegemoet te komen aan reëel bestaande uitdagingen of noden.  Doelgericht ontworpen reflectiemomenten zorgen voor de koppeling met de theoretische kaders en modellen die doorheen de opleiding aan bod komen en stimuleren studenten stil te staan bij de impact van de praktijkervaring op hun persoonlijke en academische referentiekader en leerproces.

Maatschappijbetrokken onderwijs brengt academische en niet-academische actoren samen om van en voor elkaar te leren. Studenten worden weggehaald van de campus, om leer- en levenservaring op te doen in een authentieke omgeving. Door de ervaring die ze via die opdrachten opdoen en door de koppeling met de academische leerinhouden via sterk begeleide reflectie over die ervaringen, verdiepen en verbreden ze hun competenties. De maatschappelijke interactie heeft eveneens tot doel wetenschappelijke kennis en expertise beschikbaar te maken voor maatschappelijke actoren en concreet bij te dragen aan maatschappelijke verandering en vooruitgang.

Hiertoe kunnen heel uiteenlopende strategieën worden ontworpen. Studenten kunnen bijvoorbeeld opvoedings- of onderwijsgerelateerde ondersteuning bieden in kwetsbare gezinnen, eerstelijns gezondheidszorg toedienen aan niet-gedocumenteerde vluchtelingen, portretten maken van wijken en hun bewoners voor lokale media. Ze kunnen door middel van praktijkgericht onderzoek bijdragen aan het verbeterbeleid van een instelling, informatie verzamelen om omvang en/of specificiteiten van een maatschappelijk probleem in kaart te brengen, good practices inventariseren, een digitale (leer)omgeving ontwerpen voor een museum, het businessplan van een bedrijf analyseren, etc. 

Maatschappijbetrokken opdrachtvormen kennen diverse ‘vrijheidsgraden’ die in de ontwerpfase overwogen dienen te worden. Studenten kunnen ondergedompeld worden in de maatschappelijke situatie of er eerder vanop afstand rond aan het leren worden gebracht. In sommige gevallen is het mogelijk om studenten zelf leerdoelen en gewenste uitkomsten te laten formuleren, andere situaties vereisen een meer voorgeschreven opzet. Het gaat hier over meer dan een louter technische kwestie. De keuzes beïnvloeden (impliciet of expliciet) het type kennisdeling, -verwerving en -ontwikkeling die men doorheen het leertraject mogelijk maakt. Mogelijkheden zijn afhankelijk van en dienen te worden afgestemd op beginsituatie en beoogde eindcompetenties van de betrokken studenten, draagkracht, context en noden de maatschappelijke partners, de concrete organisatie van het vak waar de praktijkcomponent deel van uitmaakt en de beschikbaarheid en expertise van het onderwijsteam dat hierin de eindverantwoordelijkheid opneemt.

In onderstaande model wordt een driestaps-leerlijn voorgesteld (op basis van Howe ea 2012). Eerder dan duidelijk gescheiden fasen, moeten de drie stadia  als een dynamisch continuüm worden beschouwd, met overlap en momenten waarin stapsgewijs wordt voorbereid op meer uitdagende, zelfgestuurde en intense MBO-ervaringen.