Op maandag 3 februari startte onze leergemeenschap het nieuwe jaar met een derde inspiratiesessie. Samen stonden we stil bij enkele kwesties die komen kijken in de loop van een CERL-project of -vak.
Vicky Willegems (MILO) beet de spits af met een presentatie over “Onderzoekende School”, een project waarbinnen de studenten van de lerarenopleiding zich buigen over een reële vraag van een school. Daarvoor werken ze nauw samen met de leraren en leerlingen van die school. Vicky deelde met ons haar ervaringen over de opvolging en coaching van de deelnemers aan een CERL-vak.

Bij wijze van oefening gingen we zelf aan de slag en probeerden we een raamwerk uit te tekenen op basis van vier pijlers: de stakeholders van het project of vak, het curriculum waarbinnen het project of vak plaatsvindt, de randvoorwaarden en een flankerend programma. Uit de daarop volgende uitwisseling tussen de UNIVER.CITIZENS bleek vooral de grote nood aan een degelijke herdenking van het curriculum zodat CERL permanent kan worden ingebed, en aan een goed uitgewerkt, ondersteunend flankerend programma.
Wie meer informatie wenst over Onderzoekende Scholen en/of deze manier van werken, kan Vicky contacteren op vicky.willegems@vub.be.


Daarna was het de beurt aan onze Leuvense CERL-collega Sara Vantournhout (Service Learning KULeuven). Zij gaf een bijzonder boeiende presentatie over het belang van kritische reflectie binnen CERL-vakken en -projecten. Daar vormt het immers het leermechanisme bij uitstek: geen doel op zich, maar een middel om nieuwe ervaringen ook daadwerkelijk een effect te laten hebben op wie we zijn en hoe we denken. We hadden het over de vier domeine waarbinnen kritische reflectie bij een CERL-vak of -project kan gebeuren: het academische, het sociaal-maatschappelijke, het professionele en het persoonlijke. Daarbij stelden we vast dat de focus vaak ligt op het persoonlijke of het sociaal-maatschappelijke aspect, maar dat de andere twee aspecten minstens even belangrijk zijn! Op basis van enkele conrete voorbeelden kwamen we ook tot de conclusie dat er veel verschillende manieren zijn om kritische reflectie te laten plaatsvinden, en dat een docent altijd individueel moet bepalen wat er mogelijk is binnen de omstandigheden, en wat het beste werkt.


In het derde en laatste deel van de sessie gingen we aan de slag met de ethische dimensies van en bouwstenen voor samenwerkingen binnen CERL. Dat deden we aan de hand van de techniek “subjective mapping”. Daarbij moesten de deelnemers een “traject” op papier zetten dat de risico’s of onveiligheden in kaart bracht van de plaatsen of situaties waarin de betrokkenen bij hun CERL-vak zich op een gegeven moment zouden kunnen bevinden.



Wat de deelnemers aanbrachten, ging van aspecten zoals erkenning en betrokkenheid, over taalverschillen, patenten en auteursrecht, nazorg voor partners uit kwetsbare groepen tot politieke agenda’s van betrokken partners. Vanuit de literatuur werden daarop ethische bouwstenen aangereikt die ons in staat stellen om de genoemde risico’s en aandachtspunten op een positieve manier op te vangen en tot een sterkte te maken.



De deelnemers werden er ten slotte nog eens op gewezen dat ze met al hun vragen terecht kunnen bij de juridische diensten van de vicerectoraten onderwijs en onderzoek (bv. LEO, het Legal & Ethics Office).
Na een herinnering aan de CANVAS-pagina van UNIVER.CITY, waar al het lesmateriaal en al de (voorbereidende) literatuur is terug te vinden, en een uitnodiging om deel te nemen aan de chatterbox, sloten we de sessie af met een gezellige babbel en een lekkere bagel.